Socialisatie bij de fokker

De eerste weken in het jonge leven van de pup zijn al gevuld met vele indrukken en ervaringen die hem vormen voor zijn hele leven. Als fokker spelen wij een cruciale rol in de ontwikkeling van onze jonge pups. Wij kunnen met onze socialisatie een stempel drukken op hun prille karaktertjes en kunnen hen leren hoe ze de wereld als stoere ontdekkers tegemoet kunnen treden.

Ter ondersteuning hiervan laten wij ons inspireren door de zienswijze van Turid Rugaas en ook maken wij gebruik van onderdelen uit de socialisatieprogramma’s van Puppy Culture en BaddAss Breeders. 

De primaire socialisatiefase

De primaire socialisatiefase begint als de pups gaan reageren op geluiden om zich heen en eindigt als de pupjes ongeveer 12 weken oud zijn. De eerste fase van socialisatie is uiterst belangrijk, omdat alles wat je met de pups onderneemt een grote indruk op hen maakt. Soms hoef je een nieuwe prikkel of oefening maar een keer of enkele malen te herhalen en de pup pikt het feilloos op. Dit wil overigens niet zeggen dat een oudere pup of hond niets meer kan leren, maar dit zal wel meer tijd kosten als bij een jonge pup.

De primaire socialisatiefase is bij uitstek het moment om je pup handvatten te geven om zich later in zijn leven goed staande te kunnen houden. De pup kan in deze fase van zijn leven leren hoe hij op nieuwe informatie en prikkels moet reageren. Van nature zal een hond die niet of nauwelijks gesocialiseerd is de wereld tegemoet treden op een angstige of zelfs agressieve wijze. Met het Puppy Culture Programma willen wij de pups leren hoe ze juist op een stoere en zelfverzekerde wijze kunnen reageren, waardoor ze leuke en vrolijke honden zijn die gemakkelijk met hun baasjes op stap kunnen.

Verder verkennen..

In de dagen die volgen worden de pups steeds handiger op hun pootjes en al snel wordt de werpkist te klein voor hen. Vanaf de leeftijd van 3-4 weken krijgen de pups in toenemende mate meer leefruimte en meer uitdagingen in hun leefruimte. Er is zichtbaar een interactie tussen de pups en nieuwe prikkels zoals bijvoorbeeld nieuw speelgoed of nieuwe mensen. Gedurende deze periode maken de pups ook kennis met de dagelijkse geluiden van een huishouden zoals de TV, deurbel of stofzuiger. Ze worden meerdere malen per dag opgepakt of aangehaald en leren zo dat sociale interactie met mensen gelijk staat aan liefde en affectie.

Op deze jonge leeftijd bieden we de pups op dagelijkse basis een nieuwe prikkel aan. Hiermee maken we gebruik van het ontbreken van een angstreactie bij zeer jonge pups. Nieuwe objecten worden vaak dapper tegemoet getreden en echt schrikken doen de pups nog niet. Door de pups op deze leeftijd te leren dat nieuwe dingen geen bedreigen zijn, zullen ze als volwassen honden ook meer open staan voor nieuwe situaties. Daarnaast biedt het aanbieden van deze nieuwe prikkels een mentale stimulans voor de pups.

Vaardigheden leren & problemen oplossen

Jong als ze zijn kunnen pups op deze leeftijd al leren hoe ze met problemen en obstakels om moeten gaan. Door de pups te stimuleren om zelf na te denken, leren wij ze hun eigen boontjes te doppen. We bieden de pups bijvoorbeeld dagelijks de mogelijkheid om even uit de ren te komen, maar hiervoor moeten ze wel zelf over het hekje klauteren. Fysiek kunnen ze dit aan, maar opgetild worden is natuurlijk veel makkelijker.. Door de pups toch zelf uit te laten vogelen hoe ze over het hekje komen en door niet in te gaan op hun vragende gepiep, leren we hen dat ze met zelfstandig nadenken en uitproberen veel verder komen! Op de lange termijn zorgt dit er zelfs voor dat de pups op latere leeftijd beter kunnen leren en onthouden.

Steeds meer leren

In de weken die volgen blijven we de pups steeds in aanraking brengen met nieuwe prikkels in de vorm van nieuwe ervaringen, nieuw speelgoed of nieuwe mensen. Zo nemen we de pups regelmatig even apart mee naar een nieuwe ruimte of alleen mee naar buiten zodat ze leren om zonder de aanwezigheid van hun nestgenootjes de wereld te verkennen. Ook maken we reeds het begin met het socialiseren van vachtverzorging en onderhoud door de pups af en toe eens te borstelen, de nageltjes te knippen of de kontjes te wassen.

Angstfasen

Iedere hond gaat gedurende zijn jonge leven door een aantal angstfasen heen. Deze angstfasen zijn een volstrekt normaal onderdeel van het ontwikkelingsproces van een hond en geen reden om je zorgen over te maken. Gemiddeld duurt een angstfase enkele dagen tot een week.

De eerste fase doorlopen rond de leeftijd van 8 weken. Dit is voor ons dan ook 1 van de redenen waarom we de pups langer bij ons houden. Immers willen we ze niet de stress en spanning van een verhuizing aandoen terwijl ze net die angstfase doormaken. De eerste angstfase hangt samen met het groeiende besef van de pup dat er meer is in de wereld dan alleen zijn moeder, nestgenootjes en directe gezinsleden waarmee hij is opgegroeid. De wereld wordt groter en groter en soms is dat best even eng!

De tweede angstfase volgt als de pup zo rond de 4 maanden oud is. Rond deze leeftijd verandert de pup steeds meer van een baby in een jong hondje en zijn “puppyvergunning” verloopt. Steeds vaker wordt er van de pup verwacht dat hij zich als een sociale hond gedraagt en respect heeft voor de grenzen van andere honden. Deze angstfase herken je heel dikwijls omdat je pup situaties of voorwerpen opeens superspannend vind terwijl hij er ‘n paar dagen geleden nog zonder problemen mee om ging.

De derde angstfase vind plaats tussen de 8 en 10 maanden, afhankelijk van de ontwikkeling van de individuele hond. Dit is de pre-puberteit fase en in deze periode leert de hond omgaan met de wereld met al zijn complexiteit en weidsheid. Het sociale contact wordt ook verwarrender voor de “tienerhond”, deels door de aanwezigheid van alle hormonen in zijn lijf. Hoewel de hond soms al qua uiterlijk volwassen lijkt, is hij mentaal pas rond een jaar of 2 echt volwassen.

Soms wordt er rond de 18 maanden nog een laatste angstfase gezien, maar er zijn ook veel honden waarbij deze fase haast ongemerkt voorbij gaat.

En dan de belangrijkste vraag.. Hoe begeleid je de hond door deze angstfasen heen? De oplossing is eigenlijk heel simpel “doe zo min mogelijk!”. Heeft de hond plotseling moeite met een bepaald straatje richting het losloopveld? Forceer hem niet, maar kies voor een andere route die je toch bij je bestemming brengt. Toont de hond geen belangstelling voor socialiseren of contact met andere honden? Respecteer dit en gun hem zijn rust en ruimte. Probeer de hond niet richting hetgeen wat hij eng vind te lokken of te dwingen het van dichterbij te bekijken “omdat het niet eng is”. Daarmee ondermijn je zijn natuurlijke instinct, zijn vrije keuze en zijn eigen grenzen die hij juist zo netjes aangeeft. Laat de angstfasen gewoon hun koers varen, ze zijn snel weer voorbij.