De Australian Labradoodle is een jong ras dat pas enkele tientallen jaren bestaat. Eind jaren ’80 begon Wally Cochran van Australische Hulphonden Vereniging met het kruizen van Labradors en Poedels met de intentie om een allergievriendelijke hond te krijgen met een geschikt karakter om hulphond te worden. Dit werk werd voortgezet door Beverley Manners van Rutland Manor en Angela Cunningham van Tegan Park in Australië. Zij hebben door middel van zorgvuldige selectie nog 4 zogenaamde “infusions” toegevoegd aan het ras en zo ontstond de hond die we nu als de Australian Labradoodle noemen.
De Australian Labradoodle in een paar woorden:
– Hypo-allergeen
– Verhaart praktisch niet
– Geen typische hondenlucht
– Zeer intelligent
– Leergierig
– Zeer sensitief
– Gericht op mensen
Al deze eigenschappen maken de Australian Labradoodle tot de ideale gezinshond!
De Australian Labradoodle heeft het liefst een mandje waar hij veel bij zijn gezin kan zijn en zowel mentaal als fysiek wordt uitgedaagd. Het ras is dus niet geschikt voor mensen die veel werken of veel van huis zijn. Doodles willen omringd worden door mensen en een Doodle die teveel alleen gelaten wordt kwijnt weg.
In een persoonlijke kennismaking willen we graag met u nagaan of de Australian Labradoodle bij uw gezin past. Realiseer u dat de hond dagelijks behoefte heeft een kwalitatieve wandeling met veel tijd en ruimte om uitgebreid te mogen snuffelen en scharrelen. De vachtverzorging kost per week zeker 1 tot 1,5 uur tijd en u zult ook zeker tijd in de training moeten steken om zo de intelligentie van het ras optimaal te benutten.